Aanwijzing van een theoretische opleiding

Een student dient bij afronding van zijn of haar AA- of RA-opleiding aan alle door CEA vastgestelde eindtermen te hebben voldaan bij een onderwijsinstelling dat over een aanwijzing beschikt.

CEA heeft de bevoegdheid om theoretische opleidingen aan te wijzen voor zover deze:

geheel of gedeeltelijk voldoen aan de in onderdeel a bedoelde eindtermen, met uitzondering van de eindtermen die betrekking hebben op de praktijkopleiding, voor zover aan deze opleidingen geen accreditatie als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek is verleend.

Eindtermen worden zowel in de initiële als post-initiële fase aangeboden. CEA beoordeelt voor de post-initiële opleidingen inhoudelijk of deze aan de vastgestelde eindtermen voldoen. Dit houdt in dat voor een post-initiële opleiding – eventueel na een deficiëntie- of schakelprogramma – een aanwijzing van CEA noodzakelijk is. Dit geldt ook als deze opleiding (op vrijwillige basis) geaccrediteerd wordt door de NVAO.

Voor het toezicht op de eindtermen in de initiële fase boogt CEA op het toezicht van de NVAO voor de bachelor- en masteropleidingen. Hiervoor hebben CEA en NVAO afspraken gemaakt.

Een opleiding die een aanwijzing wil aanvragen of wijzigen kan dat hier doen met onderstaande formulieren. Hoe CEA invulling geeft aan haar bevoegdheid om een aanwijzing te verstrekken, te wijzigen of in te trekken is vastgelegd in de beleidsregels, het toezichtkader en de beleidsrichtlijnen. Hierin worden ook de gehanteerde procedure, criteria en rechtsmiddelen toegelicht.

Bezwaarprocedure

Als u het niet eens bent met een aanwijzingsbesluit van CEA, kunt u bezwaar aantekenen. De procedure voor bezwaar en beroep kunt u hier nalezen.