Afscheid van Ruud Vergoossen: “Met alles wat wordt gevraagd is de uitdaging nu om de accountantsopleiding studeerbaar te houden”

Op 1 oktober aanstaande nemen wij na 10 jaar afscheid van prof. dr. Ruud Vergoossen RA. Een tijd waarin de accountantsopleiding en het toezicht daarop behoorlijk is veranderd. Als commissielid heeft hij dat van dichtbij mogen meemaken. Hoe kijkt hij terug op zijn tijd als lid van CEA? En welke lessen trekt hij daaruit? Lees het allemaal in dit afscheidsinterview waarin we ook stil staan bij de uitdagingen voor de toekomst en de nieuwe generatie accountants.

Hoe is het – tien jaar geleden – begonnen? Wat waren jouw verwachtingen en welke uitdagingen zag je voor CEA toen je als commissielid startte?

“In 2011 ben ik benaderd met de vraag of ik lid wilde worden van CEA. Ik weet niet precies hoe ze bij mij terecht zijn gekomen, maar mogelijk heeft naast mijn profiel en CV een rol gespeeld dat ik indertijd binnen de NBA lid was van de NBA-commissie Onderwijs Fusie. De opdracht van die commissie was om een kader te schetsen voor een naar ledengroepering gedifferentieerde accountantsopleiding.”

“Ook CEA had een commissie ingesteld met een soortgelijke opdracht. Beide commissies zijn toen ingesteld mede met het oog op de totstandkoming van de Wet op het accountantsberoep (Wab). Het punt was dat de opleidingen tot RA en AA primair waren gericht op de uitoefening van de wettelijke controlebevoegdheid, terwijl met name door AA’s daar niet of nauwelijks gebruik van wordt gemaakt. Zij treden daarentegen op als adviseurs in het MKB, waardoor er een mismatch was tussen hun opleiding en beroepsuitoefening. De uitdaging voor CEA toentertijd was met name om aan die mismatch een einde te maken.”

Sindsdien is er een hoop veranderd in de accountantsopleiding. Hoe kijk jij terug op jouw tijd bij CEA? Welke ontwikkelingen springen dan in het oog?

“Ik kijk met bijzonder veel plezier terug op mijn tijd bij CEA. De samenwerking binnen de commissie en met de bureaumedewerkers was altijd bijzonder collegiaal en constructief. Zo heb ik tijdens de vergaderingen nooit enige animositeit tussen de RA- en de AA-leden kunnen waarnemen.”

(tekst loopt verder onder afbeelding)Schuddende handen met vierkant vlak om de handen

“Verder is de cirkel voor mij helemaal rond, dat wil zeggen ik heb in de tien jaar van mijn CEA-lidmaatschap alles mee mogen maken: de totstandkoming van de nieuwe eindtermen in 2016, de formulering van de nieuwe toezichtstrategie die is gebaseerd op gefundeerd vertrouwen, de invoering van de nieuwe eindtermen bij de universiteiten, hogescholen en de praktijkopleiding en de implementatie van onze nieuwe toezichtstrategie.”  

En waar kijk jij als commissielid dan met trots of voldoening op terug? Welke lessen heb je hieruit kunnen trekken?

“Vooral dat we de differentiatie in de accountantsopleiding voor elkaar hebben gekregen in de vorm van de oriëntaties Assurance en Accountancy-MKB, waardoor opleiding en beroepsuitoefening van accountants beter op elkaar (kunnen) aansluiten.”

“Dat is overigens niet zonder slag of stoot gegaan. Belangrijk leerpunt daarbij is – denk ik – dat je je er continu van moet vergewissen dat er voldoende draagvlak voor je plannen is.”

(tekst loopt verder onder kader)Profielschets van prof. dr. Ruud Vergoossen - tekst inclusief foto

Wat we leren van de bijdragen van een aantal professionals in het kader van ons derde lustrum is dat de wereld verandert, continu en snel. De scope van werkzaamheden breidt zich uit wat weer bredere kennis en ervaring van de accountant vraagt. Wat zijn in jouw optiek de belangrijkste vaardigheden waarover de nieuwe generatie accountants zou moeten beschikken – en waarom juist die?

“Samenwerken met anderen, zowel met collega-accountants als met andere beroepsbeoefenaren. Het is tegenwoordig haast niet meer mogelijk dat alle relevante kennis en kunde in één persoon is verenigd. Consultatie en samenwerken met anderen is dan noodzakelijk.”

En welke uitdagingen kan CEA hierin volgens jou verwachten de komende vijf tot tien jaar?

“De uitdaging is om de accountantsopleiding studeerbaar houden. Er wordt steeds meer van accountants gevraagd/verwacht, bijvoorbeeld op het gebied van ICT en van assurance-verlening bij duurzaamheidsverslaggeving. Hoe hier invulling aan te geven zonder dat dat leidt tot een verlenging van de opleidingsduur? Dat is een belangrijk vraagstuk.”

Je stelde zelf net ook dat het niet mogelijk is om alle relevante kennis en kunde in één persoon te verenigen.  Alleen hoe houden we de opleidingen aantrekkelijk en voldoende studeerbaar?

“Door betere integratie van de theorie- en praktijkopleiding. Daarnaast wellicht bepaalde onderdelen van de accountantsopleiding overhevelen naar ‘post-ervaringsonderwijs’.”

(tekst loopt verder onder afbeelding)puzzelstukken in twee bogen gelegd en verbonden met elkaar

Wat is er – behalve een goede opleiding - nog meer voor nodig om mensen oprecht te enthousiasmeren voor het accountantsberoep?

“Hen overtuigen dat het een zeer relevant beroep is. Ook al zit ons beroep -  soms terecht maar vaak ook ten onrechte - in het verdomhoekje. Het is vooral aan de jonge generatie accountants om zich daar definitief uit te manoeuvreren.”

“Verder dat een baan in de accountancy ook kan samengaan met een goede werk-privébalans”.

Als je terugkijkt op jouw eigen opleiding, is er dan een specifiek moment of inzicht, waar je nog vaak aan terugdenkt of wat nog regelmatig van pas komt in jouw huidige werk?

“Dat iets wat zwart op wit staat of iets dat wordt gezegd door (een vooraanstaand) iemand niet altijd waar hoeft te zijn. Daar was ik overigens al vroeg achter in mijn carrière…”

Jouw opvolger, prof. dr. Arjan Brouwer RA, wil op de valreep vragen welk advies jij hem na tien jaar bij CEA kan meegeven.

“Ik denk dat ik Arjan niets hoef ‘mee te geven’. Hij is een zeer waardig opvolger die kundig is over de volle breedte van de accountancy. Ik ben ervan overtuigd dat CEA veel profijt van hem zal hebben.”

Vragen naar aanleiding van dit artikel? Stuur een bericht naar info@cea.nl