Meer aandacht voor data-analyse in de accountantsopleiding

Vanaf 2020 moet in de accountantsopleidingen meer aandacht worden besteed aan data-analyse en aanverwante technieken. Afgestudeerde accountants moeten in staat zijn om een voorstel te formuleren voor de toepassing van data-analyse in de jaarrekeningcontrole en de uitkomsten daarvan te analyseren. Dat is vastgelegd in de eindtermen die vanaf 1 september 2020 van kracht zijn. Meer aandacht voor data-analyse en aanverwante technieken is een direct en logisch gevolg van het toenemende belang van deze IT-ontwikkelingen voor de controle van jaarrekeningen. Naast deze wijziging worden nog enkele kleinere wijzigingen doorgevoerd.

De Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) actualiseert jaarlijks de eindtermen voor de accountantsopleidingen. CEA heeft, op advies van de redactieraad, besloten tot een beperkt aantal aanpassingen in de eindtermen. In december 2019 heeft de redactieraad haar tweede advies aan CEA uitgebracht. De voorgestelde aanpassingen zijn door CEA volledig overgenomen. De nieuwe, integrale tekst van de Eindtermen accountantsopleidingen (versie 1.3) is gepubliceerd in de Staatscourant (nr. 2019-71073) en is van kracht per 1 september 2020. Op de website van CEA is ook een versie van het rapport in revisie beschikbaar, waarin de doorgevoerde wijzigingen direct zichtbaar zijn.

Hieronder is een volledig overzicht van de wijzigingen opgenomen, inclusief de motivering.

Aanpassingen eindtermen per 1 september 2020

De volgende aanpassingen zijn per 1 september 2020 van kracht, zowel voor de oriëntatie Assurance als voor de oriëntatie Accountancy-MKB, tenzij anders aangegeven:

  • Het jaartal (“2016”) is verwijderd uit de titel van het rapport. De titel deed veronderstellen dat de eindtermen voor het laatste zijn aangepast in 2016. Dit deed afbreuk aan het jaarlijkse proces van aanpassingen en leidde tot onnodige verwarring.
  • In eindterm A&A-10 (fraude en ongebruikelijke transacties) is het onderwerp niet-naleving van wet- en regelgeving toegevoegd. Hiermee wordt aangesloten op de NV COS en wordt de NOCLAR-problematiek expliciet benoemt. NOCLAR als zodanig wordt niet expliciet in de eindterm verwoord, omdat het beleid is om in eindtermen zo min mogelijk specifieke voorbeelden te benoemen.
  • Het beheersingsniveau van eindterm A&A-11.5a, die ziet op data-analyse,proces mining, en statistische hypothesetoetsen en schattingsmethoden, wordt verhoogd van A naar B. De verhoging is een gevolg van het toegenomen belang van genoemde onderwerpen bij de uitvoering van de jaarrekeningcontrole in de afgelopen jaren. Door de niveau-aanpassing is ook de formulering van de eindterm gewijzigd. Bij het formuleren van eindtermen wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van “typerende” werkwoorden die kenmerkend zijn voor de verschillende beheersingsniveaus. De eindterm zag (alleen) op het kunnen schetsen welke data-analyse en/of proces mining technieken beschikbaar zijn en welke statistische hypothesetoetsen en schattingsmethoden kunnen worden toegepast bij de uitvoering van de controle. De nieuwe eindterm vraagt dat studenten in staat zijn om een voorstel te formuleren voor de toepassing van genoemde technieken en toepassingen en de uitkomsten daarvan te analyseren.
  • In de eindterm ICAIS-1 (grondslagen, theorieën en modellen) en ICAIS-4 (doelstellingen bestuurlijke informatieverzorging en administratieve processen) is, gezien het maatschappelijk belang, de koppeling met fraude meer geëxpliciteerd door expliciet frauderisico’s te benoemen.
  • In de eindterm BKH-5(a) vervalt, uitsluitend voor het theoretische deel van de opleiding, de term “geautomatiseerd” en de toevoeging “mede met behulp van actuele taxonomieën”. Het is niet noodzakelijk dat studenten in de theorie-opleiding ook daadwerkelijk door middel van een geautomatiseerde toepassing transacties en gebeurtenissen comptabel kunnen verwerken. Belangrijk(er) is dat studenten conceptueel inzicht hebben in de boekhoudkundige beginselen en processen.
    Voor de opleiding met oriëntatie Accountancy-MKB is de toepassing van deze eindterm in de praktijk ook relevant. Daarom is de eindterm gesplitst in een theoriedeel (BKH-5a) en een praktijkdeel (BKH-5b). In de praktijkopleiding is het wel van belang dat trainees in de oriëntatie Accountancy-MKB in staat zijn om met behulp van een geautomatiseerde boekhoudtoepassing transacties en gebeurtenissen comptabel te verwerken.
  • In de theoretische eindtermen FISC-2a en FISC-3a, die zien op het maken van diverse fiscale berekeningen en het analyseren van aangiften wordt het woordje “en” vervangen door “en/of”. Het is niet nodig dat een accountant alle soorten aangiftewerkzaamheden zelf ook een keer heeft uitgevoerd. Hij/zij moet vooral het proces goed begrijpen. De praktijkgerichte eindtermen FISC-2b en FISC-3b, die uitsluitend van toepassing zijn voor de oriëntatie Accountancy-MKB, blijven ongewijzigd. Dat betekent dat trainees in die opleidingsorientatie wel aangiften moeten kunnen opstellen.

En alleen in de eindtermen met oriëntatie Accountancy-MKB:

  • Eindterm BKH-8 (gebruik rapportgenerator) geldt voortaan alleen nog voor het praktijkdeel van de opleiding. Deze eindterm vervalt derhalve voor het theoriedeel. Het samenstellen van een jaarrekening met behulp van een rapportgenerator is bij uitstek in de praktijk te oefenen.