CEA: “Studeerbaarheid accountantsopleidingen heeft onze grootste aandacht”

Accountantsopleidingen moeten voldoende aantrekkelijk blijven, zeker in een markt waarin de vraag naar accountants het aanbod sterk overtreft. Daarom is het belangrijk om nieuwe onderwerpen (en nieuwe eindtermen) aan de opleidingen toe te voegen, zonder dat de totale studielast toeneemt. Dit punt benadrukt de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) in haar jaarverslag 2019. Uit het jaarverslag spreekt ook dat de CEA zich in het afgelopen jaar heeft ingespannen om informatie in te winnen ‘uit het veld’. Dat is noodzakelijk om eindtermen te kunnen aanpassen en ontwikkelen, die goed aansluiten op de veranderende rol van de accountant.

Willem te Beest, voorzitter CEA: “In 2019 hebben we ons intensief verdiept in de ontwikkelingen in het accountantsberoep en de gevolgen daarvan voor de gestelde eisen aan de opleiding tot start-bekwame accountant. Naast diepgravend eigen onderzoek hebben we daarover overlegd met het beroepenveld, zowel via OPAK, SRA als Novaa/Novak. Het zal de kunst zijn om te voorkomen dat de opleiding te zwaar wordt om nog studeerbaar te zijn.” Daarmee is de spagaat direct benoemd: de veranderende rol van de accountant verlangt nieuwe elementen in de opleiding, maar het zal uit de lengte of uit de breedte moeten komen om de studiebelasting op hetzelfde niveau te kunnen houden. Dat maakt ingrijpen in het curriculum noodzakelijk. Elly van der Velden AA (in september 2019 toegetreden tot de CEA): “Het is van belang dat het beroep van (mkb-)accountant ook voor de toekomstige generatie aantrekkelijk is. Daarnaast ben ik van mening dat het – naast aandacht voor gedrag en soft skills – ‘IT, IT en nog eens IT’ is, waarmee we in de accountantsopleidingen de komende jaren het onderscheid kunnen maken.’ Per 1 september 2020 wordt er dan ook al beduidend meer van studenten verwacht op het gebied van data-analyse en aanverwante technieken.

Continu voeling houden

Eindtermen kunnen – en mogen – niet ‘vacuüm’ worden bedacht achter de tekentafel. De CEA sprak daarom ook in 2019 regelmatig met vertegenwoordigers van accountantsopleidingen, de AFM, het ministerie van Financiën, bestuur en directie van de NBA, de NVAO, de Commissie Toezicht Accountancysector en met de NBA Young Profs, die frisse input leverden. Daarnaast organiseerde de CEA haar eerste rondetafelbijeenkomst met vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk over verbreding van de assurancefunctie naar niet-financiële informatie, de impact van IT voor de accountant(scontrole) en de optimale opleidingsstructuur. De uitkomsten hiervan gebruikt de CEA voor visievorming, strategie, ontwikkeling van eindtermen en het toezicht op opleidingen. Willem te Beest: “Uiteraard blijven we ook in 2020 volop in gesprek met partijen, om zo goed mogelijk voeling te blijven houden met wat er in de beroepspraktijk leeft en waar behoeften liggen.” In dat kader verwijst de CEA-voorzitter ook naar het in 2019 uitgevoerde beleidsonderzoek naar de veranderende rol van de accountant, met aandacht voor fraude en continuïteit, toenemende eisen op het gebied van gedrag en ethiek, de invloed van IT op de veranderende rol van de accountant en het onderscheidend vermogen van de mkb-accountant. Op dit moment richt de CEA zich ook op integratie van het theoretische en het praktijkdeel van de accountantsopleiding; een onlangs hiervoor geformeerde werkgroep gaat aan de slag om de ‘quick wins’ bij deze integratie in kaart te brengen.

Download hier het jaarverslag 2019 van de CEA.