Achtergrond wetswijziging
Sinds 1 oktober 2006 had CEA de wettelijke taak om verklaringen van vakbekwaamheid af te geven aan in het buitenland gekwalificeerde accountants, die in Nederland als AA, RA en/of externe accountant werkzaam willen zijn. Deze taak ligt vast in artikel 54 van de Wet op het accountantsberoep (Wab). Kandidaten die in aanmerking (willen) komen voor een verklaring van vakbekwaamheid moesten bij CEA aantonen dat hun buitenlandse opleiding gelijkwaardig is aan de Nederlandse AA- of RA-opleiding en bij de NBA een aantal verplichte examens (Nederlands recht en gedrags- en beroepsregels voor accountants) afleggen. Mede op grond van de ervaringen met de uitvoering van deze taak hebben de NBA en CEA geconcludeerd dat het beter is als de NBA volledig verantwoordelijk is voor het uitvoeren van deze taak.
De oude regeling was voor kandidaten niet praktisch, omdat zij te maken hadden met twee instanties die elk verantwoordelijk waren voor een deel van de procedure. Het is voor kandidaten beter, en als geheel doelmatiger, wanneer de volledige procedure bij de NBA is belegd. Ook past een dergelijke uitvoerende taak beter bij de taakuitoefening van de NBA dan van CEA. Daarbij speelde een rol dat door het ad hoc karakter van aanvragen, en de kleinschaligheid van de bureau-organisatie van CEA, deze taak moeilijk(er) was in te passen in de werkprocessen van CEA.
Per 1 januari 2020 is de NBA verantwoordelijk voor het afgeven van verklaringen van vakbekwaamheid, inclusief de organisatie van de wettelijke verplichte examens. CEA stelt nog steeds de eindtermen voor die examens vast en ziet erop toe dat de NBA bij het beoordelen van de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma’s en het afnemen van de examens de eindtermen in acht neemt.